Het wetsvoorstel ‘fiscale verzamelwet 2024’ is onlangs gepubliceerd. Wat zijn de voorstellen op het gebied van het formele belastingrecht? Er worden een paar wijzigingen voorgesteld. Hieronder vind je een kort overzicht.
Voorgeschreven bewijs bij giften in natura vanaf €10.000
Voorgesteld wordt om voor giften in natura met een waarde in het economisch verkeer van meer dan €10.000 een taxatierapport verplicht te stellen.
Dat betekent dat giften in natura met een waarde in het economisch verkeer van meer dan €10.000 uitsluitend voor aftrek in aanmerking komen als er een objectieve waardebepaling heeft plaatsgevonden die is opgenomen in een onafhankelijk taxatierapport of volgt uit een factuur. Bij Ministeriële regeling kunnen voorwaarden worden gesteld aan het taxatierapport en aan de factuur.
Rechtsbescherming belastingrente bij voorlopige aanslag inkomsten- of vennootschapsbelasting
Tegen een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting staat geen bezwaar open. Als de belastingplichtige het niet eens is met de voorlopige aanslag kan hij om herziening van de voorlopige aanslag vragen. De mogelijkheid om herziening te vragen eindigt op het moment dat de definitieve aanslag wordt vastgesteld. Als de definitieve aanslag kort na het opleggen van de voorlopige aanslag wordt vastgesteld, kan dat ertoe leiden dat de herzieningstermijn korter is dan de normale bezwaartermijn van 6 weken. Voor de voorlopige aanslag is dat geen probleem omdat de voorlopige aanslag met de definitieve aanslag wordt verrekend en tegen de definitieve aanslag staat bezwaar open.
Voor de belastingrente kan dit volgens de wetgever wel tot een tekort in de rechtsbescherming leiden omdat de belastingrente die bij de voorlopige aanslag in rekening is gebracht niet wordt verrekend met de definitieve belastingrente beschikking. Bij de definitieve aanslag wordt alleen rente berekend over het bedrag van de aanslag dat overblijft na verrekening van de voorlopige aanslag.
Er wordt daarom voorgesteld dat voor het instellen van een bezwaar gericht tegen afwijzing van de Belastingdienst om de beschikking belastingrente te herzien een termijn van 6 weken gaat gelden. Een verzoek om herziening van de beschikking belastingrente kan volgens het voorstel nog worden gedaan tot 6 weken na de dagtekening van de definitieve aanslag.
Herstel onbedoelde onjuistheid in de belastingrente
Met ingang van januari 2010 is in de Wet Inkomstenbelasting 2001 een aantal bepalingen over de conserverende aanslag aangepast. In verband met de destijds ingevoerde nieuwe opzet is de bepaling over de inkomensbestanddelen die als te conserveren inkomen worden aangemerkt, gewijzigd. Een inhoudelijke wijziging was niet beoogd, maar omdat de bepaling in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) niet is aangepast, leidt een grammaticale uitleg van de bepaling tot het in rekening brengen van rente. Het betreft de overgang krachtens huwelijksvermogensrecht en vererving van aanmerkelijkbelangaandelen. Ook ten aanzien van de overgang krachtens schenking aan een niet in Nederland wonende verkrijger is het volgens de wetgever nooit de bedoeling geweest om rente in rekening te brengen.
In deze gevallen wordt volgens het voorstel door de Belastingdienst op dit moment ook geen rente in rekening gebracht. Het voorstel beoogt de wettelijke bepaling met de praktijk en de bedoeling van de wetgever in overeenstemming te brengen.
Revisierente bij afkoop lijfrente bij arbeidsongeschiktheid
Met ingang van 2015 is het mogelijk om onder voorwaarden bij arbeidsongeschiktheid een lijfrentepolis af te kopen zonder dat daarbij revisierente van 20% in rekening wordt gebracht. Daarvoor geldt een wettelijke afkoopgrens. Volgens de geldende wetgeving wordt bij overschrijding van de afkoopgrens over de hele afkoop revisierente in rekening gebracht. Een alles-of-niets benadering.
Dat wordt nu aangepast. Het voorstel is om alleen revisierente in rekening te brengen over het bedrag waarmee de afkoopgrens wordt overschreden.
Aanpassen fiscaal verschoningsrecht
De aanpassing van het fiscaal verschoningsrecht hangt al enige tijd in de lucht. In 2020 is hierover een internetconsultatie geweest. De reacties daarop zijn voor het kabinet aanleiding om geen inhoudelijke aanpassingen van het verschoningsrecht voor te stellen maar om alleen de huidige stand van het recht in de wet vast te leggen.
Volgens het voorstel wordt in de wet expliciet neergelegd dat de betrokkenheid van een verschoningsgerechtigde, zoals een advocaat of notaris, de belastingplichtige er niet van ontslaat zijn informatieverplichtingen na te komen.
Volgens de Memorie van Toelichting kan de belastingplichtige in een rechtelijke procedure niet als argument om niet mee te werken aandragen, dat hij een verschoningsgerechtigde in de arm heeft genomen. Dat argument gaat dan wellicht niet op maar in een procedure bij de belastingrechter kan de Belastingdienst sowieso geen informatie meer afdwingen bij de belastingplichtige.
Meer weten?
Wil je weten hoe ik hier in mijn praktijk mee omga? Iedere vrijdag deel ik dat per mail in een wekelijkse update. Vind je het leuk om deze updates te ontvangen? Meld je dan aan via deze link.
Meer over de verplichtingen die ondernemers hebben vind je ook in mijn boek ‘Winnen van de belastingdienst? Doe je zo!’. Meer weten over het boek klik dan op de link Winnen van de belastingdienst.