Had de belastingadviseur zijn prive-agenda's moeten bewaren?
Had de belastingadviseur zijn prive-agenda's moeten bewaren?
10 april 2024 

Had de belastingadviseur zijn prive-agenda's moeten bewaren?

Deze vraag heeft de Hoge Raad beantwoord in zijn arrest van 5 april 2024 (HR 5 april 2024, nr. 22/00557, ECLI:NL:HR:2024:528).

Casus

Belastingplichtige is accountant/belastingadviseur. Hij heeft tijdens een boekenonderzoek verklaard, dat hij tegen een vergoeding aangiftes heeft verzorgd voor mensen in zijn vriendenkring. Deze afspraken noteerde hij in zijn privé-agenda.

Belastingplichtige heeft de agenda’s over de gecontroleerde jaren niet verstrekt. De inspecteur heeft een informatiebeschikking genomen.

Beslissing Hof

Het Hof oordeelt dat de informatiebeschikking terecht is genomen. Volgens het Hof heeft de inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de privé-agenda’s van belang zijn voor de belastingheffing, aangezien belastingplichtige afspraken over het doen van aangifte voor mensen in zijn vriendenkring daarin noteerde. Belastingplichtige heeft voorts verklaard dat hij hiervoor vergoedingen heeft ontvangen. Daarmee vindt het verzorgen van de aangiftes niet uitsluitend in de privésfeer plaats.

Het Hof gaat nog verder door te beslissen dat ook als niet zou vaststaan dat belastingplichtige een vergoeding daarvoor heeft ontvangen, de agenda’s van belang kunnen zijn voor de belastingheffing. Het geeft de inspecteur de mogelijkheid om te controleren of er vergoedingen zijn ontvangen.

Wordt de informatieverplichting geschonden als belastingplichtige niet meer over de informatie beschikt en ook niet meer kan beschikken?

In cassatie heeft belastingplichtige aangevoerd dat hij niet meer over de privé-agenda’s beschikt en dat in dat geval de informatieverplichting van art. 47 AWR niet is geschonden

Het is op zichzelf juist dat de informatieverplichting niet wordt geschonden als  belastingplichtige niet (meer) over de informatie beschikt en er ook niet meer over kan beschikken, maar is dat hier aan de orde? De Hoge Raad beslist dat deze rechtsregel niet geldt als belastingplichtige de agenda’s had moeten bewaren. Dat laatste is hier aan de orde. Belastingplichtige had de agenda’s als onderdeel van zijn administratie (art. 52 AWR) moeten bewaren en op verzoek van de inspecteur (art. 47 AWR) moeten overleggen.

De Hoge Raad beslist voorts dat als niet wordt voldaan aan het informatieverzoek ex art. 47 AWR de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard, tenzij sprake is van overmacht (art. 54 AWR). De bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard als sprake is van een onherroepelijke informatiebeschikking (art. 52a AWR).

De Hoge Raad bevestigt het oordeel van het Hof dat de agenda’s van belang kunnen zijn voor de belastingheffing en deze, als onderdeel van de administratie, bewaard hadden moeten blijven. Volgens de Hoge Raad heeft belastingplichtige zich voorts niet beroepen op overmacht.   Daarover hoeft dus niet te worden geoordeeld.

In de praktijk

De privé-agenda’s zijn in deze zaak relevant geworden door de verklaring van belastingplichtige zelf. Belastingplichtige heeft hierover per mail onder meer het volgende verklaard. 

Wil je verder lezen? Schrijf je in via de knop  'Abonneer je hier!' hieronder en ontvang wekelijks naast een samenvatting, ook meer over de context en de toepassing:

Wil je wekelijks alleen een korte samenvatting van de actualiteit ontvangen? Meld je dan aan via deze link


Lees het hele artikel op Tax Studio Online

Dit deel van het artikel is een gratis onderdeel van het gehele artikel. Wil je de rest ook lezen? Lees dan verder op Tax Studio Online en in max 10 mins per week

Lees je over context en toepassing

Krijg je en houd je overzicht van het formele belastingrecht

Blijf je op de hoogte van de belangrijkste ontwikkelingen

Vind je de artikelen eenvoudig terug op onderwerp in een database

        
        abonneer je hier!     

    

 

 

Over de schrijver
Reactie plaatsen